Genderongelijkheid in Nederland. Je zou zeggen dat het niet meer van deze tijd is. Toch liegen de cijfers op het gebied van internationaal ondernemerschap er niet om. In Nederland ondernemen in 2019 volgens het CBS 117 duizend mannen in het buitenland, terwijl ‘maar’ 44 duizend vrouwen dat doen. Waar komt dit door? Hoe kunnen we zorgen dat we ook al het vrouwelijke potentieel benutten? Buitenlandse zaken (BZ) deed met de Rijksdienst voor ondernemend Nederland (RVO) onderzoek en startte verschillende programma’s om te zorgen dat meer vrouwen de stap naar het buitenland maken. Volgens Dorine Poelhekke, werkzaam bij BZ en gespecialiseerd in vrouwelijk ondernemerschap, is het niet meer dan logisch: “Als Nederland haar concurrentiepositie wereldwijd wil behouden of verbeteren, hebben we daar vrouwen voor nodig.”

Het onderzoek van RVO naar de positie van de vrouwelijke internationaal ondernemer laat zien dat vrouwen op veel gebieden achterlopen. Vrouwen nemen thuis nog steeds de meeste zorgtaken op zich. Ze werken daardoor vaak parttime en hebben geen tijd voor internationale reizen. Mannen beoordelen vaak financiële aanvragen. Uit het rapport blijkt dat zij aanvragen van vrouwen sneller afwijzen. “Dit is een onbewust proces”, zegt Dorine. “Het is niet zo dat mannen denken: ‘vrouwen kunnen niet ondernemen’. Mensen verstrekken vooral financiering aan anderen die op hen lijken. De mannen die aanvragen goedkeuren, herkennen zich niet in vrouwelijke ondernemers. Ze wijzen daarom onbewust hun aanvraag af. Het is een groot cultureel probleem dat diep in onze maatschappij geworteld zit. Veel mensen weten niet dat dit nog steeds speelt.”

Dorine Poelhekke
Dorine Poelhekke

Groei over Grenzen

BZ ontwikkelde in 2019 nieuw beleid om meer vrouwelijke ondernemers te stimuleren naar het buitenland te gaan. Maar ook om degenen die al internationaal actief zijn te ondersteunen. “RVO heeft heel veel programma’s waar ondernemers gebruik van kunnen maken. Financiering, coaching, ontmoetingen met ambassades... Wij zorgen dat deze programma’s bekender en toegankelijk worden”, vertelt Dorine. “Daarnaast werken we samen met het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS) om meer data te verzamelen over vrouwelijke ondernemers. Er is eigenlijk maar weinig onderzoek gedaan naar dit thema. Door inzicht te krijgen in de cijfers, kunnen we zien waar de problemen liggen en die oplossen.”

“Er zijn meer vrouwelijke rolmodellen nodig”

Onderdeel van het nieuwe beleid is de nationale campagne Groei over Grenzen. Hierbij komen succesvolle vrouwen aan het woord die internationaal ondernemen. Volgens Dorine is dit een heel belangrijk onderdeel: “Er zijn maar weinig vrouwelijke rolmodellen. Als je niet op het idee wordt gebracht om internationaal te ondernemen, is de kans dat je het ooit gaat doen heel klein.” Monique Ansink is zo’n rolmodel. Zij onderneemt met haar bedrijf Jumbo Cargo Products al sinds de jaren negentig internationaal. Ook is ze ambassadeur van Groei over Grenzen. In die rol bracht ze Dorine op het idee om een-op-een koffie afspraken te organiseren tussen vrouwelijke ondernemers en ambassadeurs over de hele wereld. Zo werd ‘Virtueel op de koffie bij de ambassadeur’ geboren. Dit is een hele laagdrempelige manier om tot de beste netwerken toe te treden en waardevolle tips te krijgen. “Via die weg heb ik zelf ook met de  ambassadeur uit Londen gesproken”, vertelt Monique. “Dat was een heel interessant gesprek. Hij kon me vanalles vertellen over de veranderingen door de Brexit.”

Netwerken is ook werk

Sinds 2010 zet Monique zich in voor vrouwen die internationaal ondernemen. “Ik werd door BNR Nieuwsradio en het Financieele dagblad samen met tien anderen uitgeroepen tot wereldveroveraar. Onder hen waren drie vrouwen, met wie ik bevriend ben geraakt. Zij hebben me geïnspireerd om een rolmodel voor andere vrouwen te worden. Sociale media heeft ook meegespeeld. Vroeger was je eigenlijk altijd solitair bezig en wist je niet wat anderen deden. Twitter was in 2010 net in opkomst. We moesten allemaal een account aanmaken en werden een jaar lang gevolgd. Ik werd door sociale media bekender in de ondernemerswereld. Heel organisch ben ik mij steeds meer gaan inzetten voor vrouwen en werd ik lid van een vrouwennetwerk.”

Het is voor vrouwen extra belangrijk om te investeren in netwerken. “Vrouwen krijgen vaak minder makkelijk toegang tot een goed netwerk”, vertelt Dorine. “Van oudsher zijn het mannenbolwerken.” Uit het onderzoek blijkt dat mannen hun vrouwelijke collega’s niet als relevant netwerk zien. Vrouwen worden daarom minder snel opgenomen in een netwerk. Maar ook speciale vrouwennetwerken worden door mannen niet altijd serieus genomen. Netwerkstructuren zijn daardoor minder toegankelijk voor vrouwen dan voor mannen. Dit benadeelt hen in het ondernemen.

“In plaats van mijn dochters voorlezen, ging ik naar een netwerkborrel”

Buitengesloten in de mannenwereld

Er speelt daarnaast ook een sociaal aspect. “Netwerken kost tijd”, vertelt Monique. “Vrouwen zien het vaak niet als werk en besteden liever tijd aan hun gezin. Ik heb daar vroeger met mijn partner ook discussies over gehad. In plaats van mijn dochters voorlezen, koos ik soms voor een netwerkborrel. In het begin vraag je je af wat je eraan hebt, maar het is heel belangrijk. Als ik naar het buitenland ga, app ik even iemand die ik via een netwerk heb leren kennen. Dan drinken we koffie en praten we bij. Zo leer je heel veel over een land en kom je via via ook weer bij anderen terecht. Als je niet actief netwerkt, mis je heel veel business.”

Monique Ansink
Monique Ansink

Monique is als vrouw vaak genoeg buitengesloten. Soms werd ze tijdens internationale reizen na het diner meteen naar haar hotel gebracht. De volgende dag bleek dat de rest van de delegatie nog tot diep in de nacht was doorgegaan. “Ik werd daar niet voor uitgenodigd, omdat het niet passend was voor een vrouw. Dat is jammer, want met een borrel aan de bar sluit je  vaak de beste deals.” De wereld van de spanbanden is een mannenwereld. Monique was altijd de enige vrouw. “Vaak werd er gevraagd waar de baas was en of ik even koffie kon halen. Mensen dachten regelmatig dat ik de secretaresse was. Nog steeds krijgen we post met ‘de heer’ als aanhef. Of vragen mensen aan de telefoon of ze meneer Ansink kunnen spreken. Ik verbaas me erover, maar tegelijkertijd is dit blijkbaar de realiteit.”

“Vaak werd er gevraagd waar de baas was en of ik even koffie kon halen. Mensen dachten regelmatig dat ik de secretaresse was.”

Zakenreizen tijdens schoolvakanties

Toch vindt Monique internationaal ondernemen fantastisch en combineerde ze het moeiteloos met haar gezin. “Vaak plande ik zakenreizen in de schoolvakanties, zodat mijn gezin mee kon. Ik begon dan om zes uur ‘s ochtends. Als iedereen tegen het middaguur een beetje uitgeslapen en opgestart was, zat mijn werkdag erop en konden we als gezin iets gaan doen.” Monique hoopt dat meer vrouwen de stap naar het buitenland nemen. Ze gelooft dat vrouwen een andere manier van ondernemen hebben. “Vrouwen denken over het algemeen niet alleen aan het behalen van winst, maar ook aan de manier waarop dat gebeurt. De werkomstandigheden, mensen en de planeet staan vaak meer centraal. Ik denk dat het voor de hele wereld belangrijk is, dat we daar meer aandacht aan geven.”

“Het moet vanzelfsprekend zijn dat vrouwen (internationaal) ondernemen.”

Tip

Monique: “Meld je aan voor een handelsmissie. Het is een soort professionele schoolreis. RVO regelt alles en legt contacten. Je komt als delegatie een land heel anders binnen. Ook leer je veel van de ervaringen van collega-ondernemers. Het is helemaal chique  als de koning en koningin meegaan. Potentiële partners nemen hierdoor de relatie gelijk serieuzer. Het is ook relatief goedkoop, want de overheid geeft hiervoor subsidie.”

Dorine hoopt dat haar baan in de toekomst niet meer bestaat. “Als vrouwelijk ondernemerschap als beleidsthema overbodig is, is mijn doel bereikt. Het moet vanzelfsprekend zijn dat vrouwen (internationaal) ondernemen. Om dat te bereiken, zoeken we samenwerking met andere ministeries, publieke en private organisaties. Alleen samen kunnen we een gelijk speelveld creëren. Daarnaast laten we onderzoek doen naar landen, die het op dit vlak beter doen dan Nederland. In Canada staat (internationaal) vrouwelijk ondernemerschap bijvoorbeeld al twintig jaar op de beleidsagenda. En ze blijven er fors in investeren. Zo’n meerjarige aanpak is in Nederland ook nodig.”

Tip

Dorine: “Spring met een assertieve opportunistische houding in het diepe. Als je voor het eerst de grens over gaat, voelt het een beetje alsof je in je eentje naar een feestje gaat, waar je nog niemand kent. Maar je weet nooit wie je tegenkomt en wat je daarmee kan bereiken. En RVO heeft de programma’s om daarmee te helpen.”