Kinderen hebben recht op onderwijs, vrije tijd en ontwikkeling. Toch werken er wereldwijd zo’n 152 miljoen kinderen. Hoe zit dat eigenlijk in uw onderneming? Vaak weten ondernemers weinig van de problematiek in hun eigen keten. Onderzoek is lastig, tijdrovend en duur. Toch is het nodig. In de duurzame ontwikkelingsdoelen van de Verenigde Naties (VN) is afgesproken, dat kinderarbeid in 2025 wereldwijd is uitgeroeid. Nederland helpt actief mee aan dit beleid en verwacht van ondernemers dat zij dat ook doen. Het Fonds Bestrijding Kinderarbeid (FBK) helpt hen daarbij.

Kinderarbeid is niet alleen slecht voor de ontwikkeling van kinderen, maar ook voor de  maatschappij. Als kinderen niet naar school kunnen, omdat ze moeten werken, kunnen ze nooit groeien en hun kansen benutten. Het is een vicieuze cirkel. Armoede zorgt voor kinderarbeid en andersom. Het is lastig om als Nederlandse ondernemer precies de structuren van een ander land te begrijpen en te ontdekken waar er problemen zijn. Volgens Marianne van Keep - directeur duurzaamheid en inkoop bij Verstegen Spices&Sauces - vinden bedrijven het soms spannend om uit te zoeken of er sprake is van kinderarbeid. “De eerste stap is toegeven dat je het niet zeker weet. Vervolgens ga je het onderzoeken en je stinkende best doen om er iets aan te doen.”

“De eerste stap is toegeven dat je het niet zeker weet”

Begin met onderzoek

Met subsidie uit het FBK heeft Marianne uitgebreid onderzoek gedaan naar de manieren, waarop haar specerijen worden geproduceerd. Ze heeft in verschillende landen een theoretische risicoanalyse laten uitvoeren voor al haar producten. “Vervolgens deden we ter plekke onderzoek, waarbij we hebben gekeken waar het risico en de impact het grootst is.” Het fonds is er niet alleen voor onderzoek, maar ook voor een gerichte aanpak van kinderarbeid. Mehmet Soytürk, directeur van Finma, zet zich al sinds 2010 in voor betere arbeidsomstandigheden in Turkije. “Wij zijn Nederlands grootste importeur van hazelnoten. Het plukken van hazelnoten is seizoenswerk. Hele gezinnen wonen vaak in tenten naast hazelnootvelden, zonder sanitaire voorzieningen. Zodra de kinderen groot genoeg zijn, helpen ze mee met plukken. Kleinere kinderen hangen maar wat rond. Het doet pijn om dat te zien, die kinderen horen naar school te gaan.”

“Kinderen horen naar school te gaan”

Finma zette zomerscholen op voor de kleinste kinderen en avondonderwijs voor de oudere kinderen en volwassenen. Ze leren daar niet alleen lezen, maar ook over hun rechten als seizoensarbeiders. De hazelnootimporteur werkt samen met een lokale distributeur, een NGO en de Turkse overheid. Het FBK wil dit soort samenwerkingsverbanden stimuleren. Kinderarbeid gaat niet alleen over kinderen die werken. Het zit veel dieper in de samenleving. Het gaat vooral over arbeidsomstandigheden voor ouders. Als die genoeg verdienen, hoeven kinderen niet te helpen. Daarnaast is een goede infrastructuur van belang en zijn er genoeg scholen nodig. Als de basisvoorzieningen goed geregeld zijn, komt kinderarbeid veel minder vaak voor.

Zorgen door corona

Veel landen geven geen financiële steun aan hun arbeiders. Als er geen werk is, is er geen geld en geen eten, waardoor kinderen aan het werk gezet worden. Gerard Voordes - eigenaar van kledingbedrijf Muta Sport - voorzag problemen toen de corona crisis uitbrak. Hij besloot zijn vaste medewerkers door te betalen en niemand te ontslaan. “Mijn grootste zorg ligt bij de mensen die niet in dienst zijn. Vaak zijn hele families afhankelijk van één enkel loon. Daarom zijn we voedselpakketten gaan uitdelen. Zo hopen we de arbeiders wat ademruimte te geven. Het FBK heeft ons hiermee geholpen.”

Tip

Het aanpakken van kinderarbeid is maatwerk. Voor ieder product en in ieder land is een andere aanpak nodig. Weet u niet precies waar u moet beginnen? Neem contact op met  RVO. Samen kunnen we ervoor zorgen dat kinderarbeid in 2025 echt niet meer bestaat.