Foto Robin Radar Systems
De kern van het instrument SBIR is de werkwijze waarmee de overheid door een innovatiecompetitie ondernemers uitdaagt om met innovatieve producten en diensten te komen om maatschappelijke vraagstukken op te lossen. Zo helpen innovaties die uit de SBIR-competities voortkomen de maatschappij vooruit.
A. Innovatieve oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken
Met het SBIR instrument daagt een publieke partij ondernemers uit om innovatieve oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken te ontwikkelen en te vermarkten. SBIR wordt ingezet als er nog geen kant-en-klare producten of diensten beschikbaar zijn die een bijdrage kunnen leveren aan het oplossen van het vraagstuk. SBIR is een gefaseerde innovatiecompetitie om door onderzoek- en ontwikkeling nog niet bestaande producten en diensten op de markt te brengen. Een oproep aan innovatieve ondernemers staat daarbij centraal. De 3 fases zijn: Haalbaarheidsonderzoek (fase 1), onderzoek, ontwikkeling en demonstratie van prototype of testserie (fase 2) en vermarkten (fase 3). Voor de aanbestedende dienst is fase 3 de fase waarin een eventuele inkoop wordt voorbereid. In fase 0 wordt de oproep opgesteld door een overheidspartij samen met RVO. In deze oproep staat het budget dat de publieke partij beschikbaar heeft en wordt de maatschappelijke uitdaging toegelicht. De marktpartijen die mee willen doen dienen een projectvoorstel in. Deze offertes worden in fase 1 en later ook in fase 2 door een onafhankelijke beoordelingscommissie beoordeeld en gerangschikt. Dit gebeurt aan de hand van drie criteria: Impact, Technologische haalbaarheid en Economisch perspectief.
B. Inkoop in opdracht
Voor ministeries en andere aanbestedende diensten is het een aantrekkelijk methode. Een SBIR-competitie levert niet één, maar meerdere mogelijke oplossingen op voor één vraagstuk. Tegelijkertijd is de overheid die de oproep uitzet niet verplicht de innovatie zelf in te kopen. Het geeft bijvoorbeeld ook de mogelijkheid innovaties te ontwikkelen die vooral interessant zijn voor andere overheden. Zo zet het Ministerie van BZK SBIR competities uit op het terrein van kunstmatige intelligentie waar de producten en diensten die daar uit voortkomen vooral interessant zijn voor gemeenten, provincies en andere publieke diensten. Het ministerie van VWS heeft een SBIR voor duurzame sportvelden gelanceerd om producten en diensten op de markt te brengen waarmee gemeenten hun sportvelden kunnen verduurzamen en het ministerie van Buitenlandse Zaken draagt met SBIR bij aan het vermarkten van innovaties die door publieke partijen in ontwikkelingslanden kunnen worden ingekocht.

René Broekhuizen: “Met SBIR zet je de inkoopkracht van de overheid in voor het stimuleren van innovaties voor het aanpakken van maatschappelijke vraagstukken. SBIR is voor overheden aantrekkelijk omdat zij laagdrempelig gebruik kunnen maken van de kennis van creatieve innovatieve marktpartijen. Voor de marktpartijen biedt SBIR kansen om de overheidsmarkt te verkennen en te betreden.”
C. (Europese) regelgeving
SBIR is precommerciële inkoop van innovaties. SBIR-opdrachten zijn onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten. Hieronder wordt verstaan fundamenteel onderzoek, industrieel onderzoek, experimentele ontwikkeling en de productie van een beperkte nulserie. De Europese SBIR is in lijn met de Europese visie op de inzet van het precommerciële inkopen van innovaties. De Europese Commissie ziet SBIR als een waardevolle aanvulling op het subsidie-instrumentarium. SBIR maakt gebruik van een uitzonderingsbepaling, waardoor er niet klassiek aanbesteed hoeft te worden (artikel 2.24 sub g van de Aanbestedingswet 2012 ). SBIR vult het gat tussen aanbesteding en subsidieverstrekking.
Er is bij SBIR geen sprake van staatsteun aangezien er een openbare procedure wordt gebruikt en de betaalde prijs de marktwaarde van de opdracht volledig weergeeft. Bij SBIR blijft het intellectueel eigendom van de innovaties bij de ondernemer. Dat maakt het voor ondernemers aantrekkelijk.
D. Miljoenen euro’s voor innovatie
In de periode 2011 tot 2020 is bijna € 64 miljoen beschikbaar gesteld met SBIR.
Van 2011 tot 2015 was dat € 24 miljoen en van 2016 tot 2020 € 40 miljoen.
SBIR 2016 - 2020
x miljoen | |
---|---|
EZK | 12,395 |
BZ | 6,77 |
RWS | 4,95 |
VWS | 4,66 |
JenV | 3,54 |
LNV | 2,8 |
BZK | 1,31 |
ZonMW | 1 |
Prov. ZH | 0,55 |
Prov. Overijsssel | 0,45 |
ProRail | 0,39 |
Prov. Groningen | 0,25 |
Amsterdam | 0,25 |
Rotterdam | 0,2 |