Als er maatschappelijke onrust ontstaat rondom een duurzaam energieproject, krijgt de Rabobank dat meteen te horen. De bank financiert meer dan de helft van alle duurzame projecten in Nederland en heeft veel klanten op het platteland, vertelt directeur duurzaamheid van de Rabobank Bas Rüter: ‘We staan middenin de maatschappij en willen graag helpen zowel de dromen van ontwikkelaars van duurzame energieprojecten als de dromen van omwonenden te verwezenlijken. Maar in duurzame energieprojecten zijn hun belangen vaak tegengesteld, en dat kan tot ruzie leiden. De Rabobank wordt daar ook op aangesproken. Bijvoorbeeld door omwonenden die bij ons een hypotheek hebben en niet willen dat wij een bepaald duurzaam energieproject financieren omdat zij er last van zullen hebben.’
Op vergelijkbare wijze raakte de Rabobank betrokken bij de Green Deal. De Nederlandse Vereniging Omwonenden Windturbines sprak de bank aan met kritiek over de ontwikkelaar van een project. Het proces zou volgens de vereniging niet netjes in samenspraak met de omgeving doorlopen zijn. De Rabobank besloot zich daardoor toe te leggen op het vinden van een verantwoorde manier van afstemming tussen de partijen bij het realiseren van duurzame energieprojecten. Het doel is om zo weinig mogelijk frictie in het proces te hebben en om ruzie tussen partijen te voorkomen. Rüter: ‘De Rabobank heeft het Klimaatakkoord van harte ondertekend. Maar wij willen niet alleen onze eigen klimaatvoetafdruk verkleinen, maar ook de verantwoordelijkheid nemen om de afdruk van onze klanten te verkleinen.’
Financiers pas later betrokken
Volgens Rüter komen de financiers doorgaans pas in een relatief laat stadium in beeld bij duurzame energieprojecten. ‘Maar zij moeten op dat moment wel weten of de omgeving op een correcte wijze betrokken is bij de ontwikkeling van het project.’ Om dat in te schatten toetste de Rabobank een aantal door ontwikkelaars gemaakte checklists op bruikbaarheid bij de financiering van duurzame energieprojecten. Op basis van de feedback is de inhoud aangescherpt. Alle Nederlandse banken kunnen de checklists vanaf nu gebruiken op hun financieringsafdelingen.
Voor alle soorten van duurzame energie is er een specifieke checklist: voor wind- en zonne-energie, maar bijvoorbeeld ook voor energie uit biomassa en voor aardwarmte. Een belangrijk aandachtspunt dat in de checklists voorbij komt, is of het duurzame energieproject voldoende afstand tot de bebouwing heeft. Ook toetsen de checklists in hoeverre de omgeving geïnformeerd wordt over de ontwikkeling van het project, of er momenten zijn waarop omwonenden hun mening kunnen geven en op welke manier de omgeving kan meeprofiteren van het project. Rüter: ‘Zo proberen we te waarborgen dat de lusten en lasten van een project goed verdeeld zijn en niemand zich overvallen voelt.’
Checklists zijn alleen een hulpmiddel
Rüter benadrukt dat de checklists slechts een hulpmiddel zijn. ‘We gebruiken de checklists vooral om na te gaan of het ontwikkelproces in algemene zin goed is verlopen. Het doorlopen van de checklists leidt niet tot een duidelijke ja of nee in de beslissing om een project al dan niet te financieren.’ Banken kunnen de checklists naar eigen inzicht betrekken bij financieringsbeslissingen, een harde eis om het hulpmiddel te gebruiken is er niet. Volgens Rüter zou dat vanuit concurrentieoverwegingen moeilijk te realiseren zijn.
Met de kritiek waarmee de Nederlandse Vereniging Omwonenden Windturbines aanklopte bij de Rabobank begon de Green Deal wat negatief, stelt Rüter. ‘Maar we zijn erg blij dat we dat hebben kunnen ombuigen naar een goed gesprek met omwonenden, overheid, banken en ontwikkelaars. Zo zijn we gekomen tot de checklists, die ook in toekomstige duurzame energieprojecten zullen leiden tot minder discussie en conflicten. Ik kijk terug op een van alle kanten constructief proces, niemand uitgezonderd.’
