Interview met Rudi Antens, voorzitter lokale energie coöperatie en kalverhouder

Rudi Antens is voorzitter van de Coöperatieve Duurzame Energieketen de Baronie (CDEB). De Coöperatie zorgde voor de aanleg van een houtplantage op een braakliggend stuk grond bij het bedrijventerrein Midden-Brabant Poort. Naast verhoging van de natuurwaarden in het gebied, wordt het snoeihout gebruikt als brandstof. Er is volop aandacht voor de biodiversiteit en er wordt samengewerkt met de Agrarische Natuurvereniging Baarle-Nassau. Ook de Gemeenten Gilze Rijen, Baarle-Nassau en Alphen-Chaam besparen kosten door het snoeihout naar het biomassaplein van de Coöperatie te brengen. Daar verwerkt een lokale loonwerker het snoeihout tot schone biomassa. De biomassa wordt gebruikt in biomassaketels door lokale veehouders. De Coöperatie zorgt voor een stabiele aanvoer van biomassa. Rudi heeft een kalverhouderij in Baarle-Nassau. Bij een uitbreiding in 2011 besloot hij met zijn bedrijf  ‘van het aardgas af te gaan’ en installeerde hij een biomassaketel. De warmte is vooral nodig voor het verwarmen van een groot vat met ruim 8000 liter water voor de bereiding van kalvermelk.       

Hoe geef je klimaatbeheer vorm?

“Als kalverhouder wil ik weer de verbinding maken met de omgeving. Dan doen we bij uitstek door samenwerking in de regionale Coöperatie met onder andere veehouders, boomkwekers, een agrarische natuurvereniging en ook met Gemeenten. De houtplantage is goed voor klimaat en biodiversiteit, omdat er koolstof wordt vastgelegd in de vorm van hout, waarvan wij een klein deel weer gebruiken in de vorm van snoeihout en resthout voor onze warmtevoorziening. De warmte gebruik ik hoofdzakelijk voor het voeren van de dieren. De jonge dieren krijgen tweemaal per dag warme melk. Dat is weipoeder dat opgelost wordt in water van ca. 700C .   In mijn bedrijf gebruik ik ook de restwarmte van de ketel om de stalvloer te verwarmen. Dat verhoogt ook het dierenwelzijn”.  

Wat levert het je op?

“Overschakelen op biomassa is niet zonder risico. Ten eerste kost het veel meer tijd aan onderhoud dan gasverwarming. De opslag moet schoon en droog blijven, de biomassa moet schoon zijn en vooral de kachel zelf vraagt het nodige onderhoud . Verder is een biomassaketel veel duurder dan een gasketel en moet je een aantal andere dingen aanschaffen, zoals een shovel. Gelukkig heb ik bij de aanschaf van de ketel en dergelijke  fiscale steun gehad van EIA en MIA\Vamil. En natuurlijk zijn de brandstofkosten van biomassa lager dan van aardgas”.

Wat zijn je verdere plannen?

“Ik heb zonnepanelen in onderzoek. Daarmee zou ik energieneutraal kunnen worden. Met steun van RVO onderzoeken we verder of we een houtplantage kunnen aanleggen in een waterbergingsgebied in de regio. Eerder onderzoek toonde namelijk meerwaarde van de aanplant van bomen in combinatie met wateropgaven, door een meer aantrekkelijk landschap en grotere biodiversiteit. Klimaatneutraal zou natuurlijk helemaal fantastisch zijn”.