2.2 Ontwikkelingen in energiegebruik en energiebesparing
Verdeling energiegebruik
De primaire landbouw inclusief de verwerkende industrie gebruikt circa 9% van alle energie in Nederland. Het gebruik in de agro-industrie is licht gestegen naar 90,2 PJ in 2016. De glastuinbouw gebruikt juist iets minder energie (94,4 PJ in 2016) en de landbouw (exclusief glastuinbouw) blijft constant op circa 28 PJ. In de onderstaande figuur is de verdeling in 2016 weergegeven.

Figuur 8. Verdeling energiegebruik in Nederland in 2016 (CLO, CBS, WECR)
Over de agro-industrie wordt separaat gerapporteerd in het kader van de Meerjarenafspraken (MJA). Voor meer informatie over de resultaten van energiebesparing in de agro-industrie (VGI) wordt verwezen naar de MJA-resultatenbrochure. Door het grote aantal bedrijven in de landbouw is individuele monitoring vrijwel ondoenlijk. De energiestatistiek van de landbouw is daarom gebaseerd op een steekproef van circa 1500 bedrijven. Die steekproef wordt uitgevoerd door WEcR (‘Binternet’) en geeft een goed totaaloverzicht. Voor trends op het niveau van de onderliggende sector bevat de steekproef onvoldoende detail. Ook zijn de jaarlijkse veranderingen in energiegebruik binnen de sectoren vaak klein in verhouding tot de onzekerheid in de statistiek. Steeds meer landbouwsectoren kennen een eigen sectorrapportage, gebaseerd op individuele monitoring of enquêtes. Die rapportages bieden veel informatie op sectorniveau, maar tellen niet op tot een totaaloverzicht voor de landbouw. De sectorindeling wijkt daarbij soms af van de CBS-indeling in de onderstaande tabel (zie ook hoofdstuk drie). Daarom is onderstaand getracht een totaalbeeld te schetsen, gebaseerd op informatie van WEcR (Binternet). Verder kunnen nog de volgende kanttekeningen worden gemaakt:
- In de Nationale Energie Verkenning, wordt het dieselgebruik in de landbouw meegerekend bij de sector verkeer en vervoer. Onderstaand is het dieselgebruik in de landbouw wel zichtbaar gemaakt.
- De glastuinbouw kent een eigen programmatische aanpak (Kas als Energiebron), inclusief een eigen monitoring. Daarbij zijn ook bloembollenbedrijven met een kas meegenomen.
- De Duurzame Zuivelketen kent ook een eigen programma en monitoring. In afwijking van de cijfers in tabel twee is daarbij het dieselgebruik van loonwerkers meegenomen.
- De bloembollensector heeft een eigen monitoring en rapporteert daarover iedere drie jaar. Onderstaand is alleen het energiegebruik van de telers in open grond vermeld. De broeiers zijn meegenomen bij de glastuinbouw.
- De paddenstoelensector rapporteert jaarlijks haar eigen resultaten.
Tabel 2. Verdeling fossiel energiegebruik over de landbouwsectoren
Sector |
Energiegebruik (PJ) |
|
1990 |
2016 |
|
Glastuinbouw |
124,2 |
94,4 |
Landbouw (excl. glastuinbouw) |
29,2 |
27,9 |
Landbouw totaal (excl. Loonwerk) |
153 |
122 |
Onderverdeling (excl. Glastuinbouw) |
||
Melkveehouderijbedrijven |
10,5 |
9,0 |
Intensieve veehouderijbedrijven |
7,2 |
7,1 |
Akkerbouw- en open teeltbedrijven |
4,1 |
7,4 |
Bloembollenbedrijven (open grond) |
1,5 |
1,8 |
Paddenstoelenbedrijven |
1,6 |
1,1 |
Overig / combinatiebedrijven |
4,3 |
1,7 |
Totaal Landbouw – excl. glastuinbouw |
29,2 |
27,9 |
Ontwikkelingen en maatregelen
Energiebesparing vormt de basis voor een langetermijnstrategie voor broeikasgasreductie. Tabel twee toont dat het totale energiegebruik binnen de landbouw daalt, met name bij de glastuinbouw. Alleen in de open teelten neemt het energiegebruik iets toe. Dit komt vooral door een hoger dieselgebruik, mogelijk als gevolg van mechanisering en zwaardere machines.
Sinds medio 2017 is de lijst met erkende maatregelen voor energiebesparing voor specifieke sectoren van kracht. De toepassing van deze maatregelen is de afgelopen jaren flink gestegen (CLM, 2018). De lijst is vooral nuttig voor bedrijven die verplicht zijn energiebesparingsmaatregelen te nemen met een terugverdientijd van minder dan vijf jaar. Dit zijn bedrijven die meer dan 50.000 kWh/jaar aan elektriciteit of 25.000 m3 gas/jaar gebruiken. Het is niet bekend welk deel van de bedrijven met de verplichting tot energiebesparende maatregelen voldoet. De implementatie van de maatregelen is vermeld bij de individuele sectoren in hoofdstuk 3. Een totaaloverzicht is gegeven in het CLM-rapport. Samengevat is het energiegebruik in de landbouw de laatste dertig jaar flink gedaald. Er zijn er goede vorderingen gemaakt met de implementatie van maatregelen voor energiebesparing.