3.9 Glastuinbouwsector

Ontwikkelingen in de sector

De glastuinbouw is een zeer dynamische en internationaal georiënteerde bedrijfstak. Internationale markt en concurrentie bepalen in hoge mate de ontwikkelingen. Het totale aantal bedrijven in de glastuinbouw bedroeg in 2000 nog ruim 11.000, bij een areaal van ruim 10.500 ha. In 2017 waren er nog circa 3.500 bedrijven bij een areaal van circa 9.100 ha. De Nederlandse glastuinbouw is bezig met een energietransitie waarin gewerkt wordt aan vermindering van het verbruik van fossiele energie en vergroting van het aandeel duurzame energie. ‘Kas als Energiebron’ is het innovatieprogramma dat energiebesparing en het gebruik van duurzame energie in de glastuinbouw stimuleert. LTO Glaskracht Nederland en het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit trekken hierin samen op. Het programma ontwikkelt kennis en technieken om energie te besparen in kassen en om meer duurzame energie te gebruiken, zoals bio-energie, zonlicht en geothermie. Met de inbreng van ondernemers worden innovaties gestimuleerd die een doorbraak voor de sector kunnen betekenen. Kennisuitwisseling en geschikte subsidieregelingen stimuleren duurzame investeringen en zorgen voor betaalbare technieken.

Maatregelen en resultaten

De glastuinbouw valt niet onder de bedrijfstakken waarvoor erkende maatregelen voor energiebesparing van kracht zijn. Het is een energie-intensieve sector, die al jaren goed presteert op energiegebied. Eén van de oorspronkelijke doelen van het Agroconvenant was 3,3 Mton CO2-reductie door verhoogde inzet van WKK’s. Dit doel was in 2010 al ruimschoots gerealiseerd. Met de opkomst van WKK’s op aardgas, in combinatie met verkoop van een groot deel van de geproduceerde elektriciteit, is het energiegebruik tot 2010 flink gestegen. Sinds 2010 is het energiegebruik van de glastuinbouw weer afgenomen. In 2017 heeft WECR een analyse uitgevoerd van alle factoren die het energiegebruik bepalen. Oorzaken waren minder inzet van WKK, energiebesparing, afname van het areaal en omschakeling naar duurzame energie. De uitgebreide resultaten zijn vermeld in dit bericht

Tussen de Nederlandse glastuinbouw en de Nederlandse overheid is in de Meerjarenafspraak Energie een doel overeengekomen voor de CO2-emissie in 2020, en is de ambitie opgenomen van een glastuinbouw zonder CO2-emissie in 2050. Krimp van het areaal en minder verkoop elektriciteit betreffen echter geen inspanning door de glastuinbouw. De convenantspartijen hebben daarom besloten om de CO2-emissieruimte voor de glastuinbouw technisch te corrigeren (Brief Staatssecretaris EZ, 2017). De CO2-emissieruimte voor 2020 na technische correctie bedraagt 4,6 Mton (lees meer).

De CO2-emissie daalt en ligt op koers om de doelstelling 2020 te realiseren. Het aandeel duurzame energie stijgt ieder jaar. In de periode 2010 - 2016 is het gemiddelde energiegebruik per m2 flink gedaald. Zie hiervoor de Energiemonitor glastuinbouw 2016 van Wageningen Economic Research (WECR) en de infographic. Deze wordt ieder jaar geactualiseerd.

Volgens de Glastuinbouwmonitor gebruikt de glastuinbouw in 2016 59% minder primaire brandstof dan in het basisjaar 1990, waarbij de emissie daalde tot 5,6 Mton CO2-eq. Daarnaast zijn veertien projecten voor aardwarmte gerealiseerd; en nog een aantal in voorbereiding. Er is ruim 200 ha aan semi-gesloten kassen gerealiseerd, met warmtepompen en warmte- en koudeopslag. Circa 350 telers en teeltmanagers van zo'n 320 bedrijven hebben de cursus Het Nieuwe Telen(HNT) gevolgd. Bij elkaar gaat het over ruim 1650 ha. Nog eens 30 bedrijven, samen goed voor circa 150 ha glas, passen de basis van HNT toe én investeren in ontvochtigingsapparatuur en dubbele schermen. Bio-energie wordt toegepast op circa 130 ha van het areaal.

In oktober 2017 is een tussenevaluatie gepubliceerd over de periode 2014-2017. De convenantspartners LTO Glaskracht Nederland en het ministerie van Economische Zaken (EZ) (inmiddels ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, LNV) constateren dat de gemaakte afspraken uit de meerjarenafspraak energietransitie glastuinbouw 2014-2020 goed zijn nagekomen. De kennisontwikkeling en ook de toepassing daarvan in de praktijk verlopen volgens plan. Daarnaast daalt de CO2-emissie. Professor Marko Hekkert geeft een positief oordeel over de aanpak binnen Kas als Energiebron. EZ en LTO Glaskracht geven in de tussenevaluatie aan dat zij door willen gaan met de aanpak en schetsen de hoofdlijnen voor dat vervolg. Nadere toelichting en de tussenrapportage inclusief de review van prof. Hekkert zijn hier te vinden.