Agrariër Van Mastwijk vernieuwt naar de biologische alternatieven
Graan, bieten en aardappelen in het veld vormen het decor van de traditionele landbouw waar het Zevenhovense bedrijf Van Mastwijk zich al vijf generaties op heeft gericht. Sinds een jaar gooit agrariër Gerard van Mastwijk het roer om en maakt de overstap naar biologische landbouw. Een van de eerste stappen op die weg: de met MIA\Vamil ondersteunde investering in een vooruitstrevende intrarijwieder, in de praktijk ook bekend als een wiedeg. “We zitten nu midden in de overgang”, licht Van Mastwijk toe, “maar wanneer je kiest voor biologisch, dan moet je er gewoon vol voor gaan”.
"Het‘biologisch-label werkt niet in ‘beetjes’; je bent het of je bent het niet."
De keuze voor deze nieuwe stap wordt volgens Van Mastwijk gevoed door wat bij andere traditionele bedrijven vaker lijkt te gebeuren. “Je ziet veel bedrijven gedwongen kiezen voor groter en voor meer, wat lijdt tot de noodzaak om dat met de inzet van chemische middelen bij te benen”, zegt Van Mastwijk. “Daar herkende ik mijzelf niet meer in, ik wil dat anders doen.” Voor boeren die deze overstap op ‘biologisch’ willen maken, vraagt dat nogal wat. “Het ‘biologisch’-label werkt niet in ‘beetjes’; je bent het of je bent het niet. Dus ga je er vol voor en heb ik op advies van collegaboeren deze wiedeg aangeschaft.”
Vooruitstrevende techniek
Met een wiedeg kunnen onkruiden zowel tussen als in de rijen van het gewas worden bestreden, zonder dat de gewassen beschadigen. Daardoor valt de noodzaak om chemische bestrijdingsmiddelen te gebruiken weg. “Dat is ook precies de reden waarom de investering in dit bedrijfsmiddel voor MIA\Vamil in aanmerking komt”, vertelt Martien van ’t Hul, adviseur voor de MIA\Vamil bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl). “Met de regeling probeert de Rijksoverheid ondernemers te stimuleren te investeren in de technische alternatieven die beter zijn voor het milieu dan wat in de markt gangbaar is.” Voor MIA\Vamil vormt de landbouw een belangrijk thema. “Aanvullend op de wiedeg zoals bij Van Mastwijk, stimuleren we bijvoorbeeld ook een mechanische onkruidknipper en een UV-gewasbeschermingsinstallatie”, verklaart Van ‘t Hul.

“Bij de MIA weet je welk voordeel je binnen gaat krijgen. Daarop kunnen vertrouwen trekt mij over de streep om te kiezen voor een vooruitstrevender apparaat.”
MIA\Vamil
Voor Van Mastwijk is de waarde van de MIA\Vamil helder. “Bij de MIA weet je welk voordeel je binnen gaat krijgen. Daarop kunnen vertrouwen trekt mij over de streep om te kiezen voor een vooruitstrevender apparaat.” Dat collega-agrariërs deze kansen ook herkennen, komt Van Mastwijk in de praktijk tegen. “Toen ik bij biologische collega’s ervaringen opdeed, gaven ze aan dat ik juist voor dit meest vooruitstrevende model moest gaan.”
Om die stimulerende werking voor de juiste technieken vast te houden, actualiseert de MIA\Vamil elk jaar de Milieulijst, het overzicht aan bedrijfsmiddelen die voor de regeling in aanmerking komen. “In de toekomst verwachten we landbouwbedrijven nog meer te kunnen ondersteunen op het gebied van biologische en natuurinclusieve landbouw”, vertelt Van ’t Hul. “Een toename in de ondersteuningsmaatregelen valt bijvoorbeeld te verwachten op het gebied van het verhogen van de plantweerbaarheid en de kwaliteit van de bodem.
Biologische toekomst
Tussen de granen, bieten en aardappelen, ziet Van Mastwijk de nieuwe biologische gewassen al voor zich. “Rode bieten, pompoenen en sperziebonen of misschien toch nog gewoon de consumptie aardappelen”, blikt de agrariër alvast vooruit. Maar tot die tijd zijn er nog wat stappen naar ‘biologisch’ te maken. “Als daar de mogelijkheden voor ondersteuning vanuit de MIA\Vamil in meegroeien, dan helpt ons dat absoluut vooruit!”