Ioniqa schaalt op van proefinstallatie naar 10-kilotonfabriek

"Een regelrechte gamechanger voor de recycling van PET-flessen". Het Eindhovense Ioniqa heeft een proces ontwikkeld om plastic af te breken tot zijn chemische bouwstenen. Van de geproduceerde grondstoffen kan zonder kwaliteitsverlies nieuwe PET worden gemaakt. Als gevolg van een in april 2018 aangekondigd samenwerkingsverband start Ioniqa binnenkort met de bouw van een nieuwe fabriek.

PET-plastic wordt gemaakt van aardolie, net als verreweg het grootste deel van alle plastics. Aan het einde van de levensduur wordt slechts 10 tot 20% van de plasticproducten gerecycled. Ongeveer 80% belandt op de stortplaats of in de verbrandingsoven. Een kleiner deel komt als zwerfvuil uiteindelijk in de oceanen terecht.

“Waarom nog meer PET maken uit aardolie als we het materiaal eindeloos kunnen recyclen?”

Ketensluiting

Met bestaande recyclingmethoden kan plastic hooguit enkele keren worden hergebruikt. Ioniqa laat met zijn proeffabriek in de Rotterdamse haven zien dat het sluiten van de plasticketen wel degelijk mogelijk is. “Met ons proces kunnen we PET-plastic vrij maken van kleurstoffen en afbreken tot pure grondstoffen”, vertelt CEO Tonnis Hooghoudt. “Cruciaal is dat we dat doen tegen een betaalbare prijs. Waarom nog meer PET maken uit aardolie als we het materiaal eindeloos kunnen recyclen?”

Ioniqa
Tonnis Hooghoudt (directeur Ioniqa): “Met ons proces kunnen we PET-plastic vrij maken van kleurstoffen en afbreken tot pure grondstoffen”

Naadloos in te passen

Het product dat Ioniqa maakt is een grondstof voor plastic die chemisch niet te onderscheiden is van fossiele grondstoffen. Hooghoudt: “Eigenlijk is ons afbraakproces, dat we depolymerisatie noemen, exact het tegenovergestelde van de conventionele methode voor PET-productie. Dat betekent dat onze producten naadloos in te passen zijn in de plasticketen.”

Grote fabriek

Onlangs maakte Hooghoudt bekend dat zijn bedrijf een samenwerkingsverband heeft gesloten met Unilever en de grootste PET-producent ter wereld, Indorama Ventures. Ioniqa kan daardoor in 2019 de deuren openen van een veel grotere fabriek, die 10.000 ton grondstoffen per jaar moet gaan produceren. Het succesverhaal van Ioniqa gaat daarmee een nieuwe fase in. “Achteraf lijkt het alsof we in een rechte lijn naar dit doel hebben toegewerkt”, zegt Hooghoudt. “Maar voordat we deze verbintenis met de markt konden aangaan, hebben we een lang proces van bloed, zweet en tranen doorgemaakt. De overheid heeft daarbij een bijdrage geleverd in de vorm van het innovatiekrediet. Dat is voor ons heel belangrijk geweest.”

Ioniqa
Proeflab in Eindhoven

“De MIA\Vamil stimuleert dat de technologie breed wordt opgepakt”

MIA\Vamil

Vanaf 2018 wordt de technologie van Ioniqa gestimuleerd via de MIA\Vamil. “Dat maakt het gemakkelijker om licenties te verkopen”, vertelt Hooghoudt. “De MIA\Vamil stimuleert dat de technologie breed wordt opgepakt. We zijn al in gesprek met een aantal potentiële afnemers van een licentie. Die bedrijven zien erkenning door de MIA\Vamil als een validatie dat er goed is gekeken naar de technologie. Door de fiscale voordelen worden bovendien financiële obstakels kleiner gemaakt.”

Andere plastics

Een nieuw onderzoeksdoel is er ook al. “PET-polyester beslaat slechts een kwart van alle plastics die wereldwijd in omloop zijn. We willen kijken of we met vergelijkbare fabrieken ook andere plastics kunnen recyclen.”