Wadudu kweekt insecten als duurzaam alternatief voor landbouw
Adviseren op het gebied van subsidies én ernaast een meelwormenkwekerij houden. Voor deze verrassende combinatie koos Janmar Katoele, eigenaar van Katoele Subsidie Experts en meelwormenkwekerij Wadudu in Beilen. Met behulp van MIA\Vamil investeerde hij in een kweekcel om het aantal meelwormen uit te breiden.
“De wereldbevolking groeit de komende decennia van 7 naar 9 miljard. De verwachting is dat de eiwitbehoefte in de wereld zelfs met 60 tot 90% zal toenemen. We moeten wel op zoek naar alternatieven voor de traditionele landbouw en één daarvan is het kweken van insecten”, vertelt Katoele. Sinds 2011 heeft hij een subsidieadviesbureau voor innovatieve ondernemers in de landbouw. In 2012 kwam hij tijdens een reünie van zijn studie Veeteelt in Wageningen in aanraking met de kweek van insecten. “Sindsdien zat het in mijn hoofd om daar eens ‘iets mee te doen’. Toen het adviesbureau in 2015 goed stond, kreeg ik tijd om te pionieren.”
“Toen de eerste meelworm een pop werd, hebben we om de bak heen staan dansen; we kunnen het!”
Dansen om de bak
Katoele begon met kweekbakken van de Welkoop van 1,5 m2 in een ongebruikte douchecel. Daarin zette hij tien gram meelwormen die hij van de plaatselijke dierenwinkel had gekregen. “Meelwormen groeien in acht tot tien weken van ei tot worm. Ze verpoppen in twee weken en worden dan torretjes, die weer eieren leggen. Er is weinig bekend over het kweken, dus ik moest echt alles zelf uitzoeken. Gelukkig had ik veel mensen om me heen die allemaal vanuit hun eigen kennis en kunde wilden meedenken. Toen de eerste worm een pop werd, hebben we om de bak heen staan dansen; we kunnen het!”
Schaalvergroting
Na twee maanden is Katoele overgegaan naar een kweekcel van 18 m2 en inmiddels is in de loods bij het kantoor een kweekcel van 50 m2 in gebruik genomen. Een derde kweekcel van 60 m2 is gepland. Mogelijk gaat Katoele op termijn ook nog opschalen naar een andere locatie. “We krijgen verzoeken om per week vrachtwagens vol meelwormen naar het buitenland te vervoeren, maar zover zijn we nog niet.” Katoele focust wel op schaalvergroting. Intussen verkoopt hij zijn meelwormen vooral aan de petfood-industrie en voor humane consumptie. “Ik denk niet dat het ooit gewoon wordt om een geroosterde meelworm te eten bij de borrel. Als funfood heeft het wel toekomst, maar de grote bulk wordt verwerkt in andere producten.” Zelf eet Katoele al regelmatig meelworm. “Door de nasi of verwerkt in koekjes.”
“Mooi dat met subsidies innovaties ondersteund worden, want dit is een nuttige vorm van groeiversnelling”
Alle subsidies
De kweekcel is mede mogelijk gemaakt door de MIA\Vamil. “Die kostte bijna € 8000. Die koop je niet kant en klaar, ook dat was continu zoeken, ontwikkelen en overleggen met de installateur.” MIA\Vamil heeft geen rol gespeeld bij de eerste investeringsbeslissing, omdat de techniek ‘kweeksysteem voor insecten’ toen nog niet op de Milieulijst stond. “Maar de regelingen waren wel van belang bij de opschaling.” Als meelworm- én subsidie-expert maakt Katoele gebruik van elke regeling die voorhanden is. “Het zou toch vreemd zijn als ik dat niet zou doen. Ook dien ik in voor regionale subsidies. Mooi dat met subsidies innovaties ondersteund worden, want dit is een nuttige vorm van groeiversnelling.”
