Slim timen en korte lijnen in de warmtetransitie
De warmtetransitie is in volle gang. Huishoudens moeten uiteindelijk loskomen van het aardgas en overstappen op een duurzaam alternatief. In Amsterdam sluit energiebedrijf Nuon 7.000 woningen per jaar aan op het warmtenet. Dat aantal zal de komende jaren stijgen tot 10.000 per jaar. De Energie-investeringsaftrek (EIA) helpt het bedrijf om sneller te schakelen in die reusachtige operatie.
Nuon heeft onder meer warmtenetten in Amsterdam, Almere, Lelystad, Arnhem, Duiven, Leiden en Rotterdam. Al deze netten hebben gemeen dat Nuon voor de warmtebronnen (zoveel mogelijk) gebruik maakt van restwarmte uit de industrie en energiecentrales. In Amsterdam wordt het warmtenet in het zuidoostelijke deel van de stad gevoed door de restwarmte van een grote elektriciteitscentrale in Diemen. In het noorden en westen van de stad werkt Nuon binnen de joint venture Westpoort Warmte samen met afvalverwerker AEB om restwarmte uit de afvalenergiecentrale te benutten.

“De warmtebronnen zijn er al, nu is het zaak te blijven investeren in leidingen”
300.000 huishoudens
In totaal voorziet Nuon in Amsterdam 80.000 woningen van duurzame warmte. Er is echter voldoende restwarmte beschikbaar om 300.000 huishoudens aan te sluiten. “Ons doel is om het warmtenet gefaseerd te laten groeien tot dat aantal”, zegt projectdirecteur Martin Buijck van Westpoort Warmte. “De warmtebronnen zijn er, nu is het zaak te blijven investeren in leidingen.”
Houthavens
Buijck wijst op het voorbeeld van de Houthavens. Dit nieuwe woon- en werkgebied tussen de Spaarndammerbuurt en het IJ, op een steenworp afstand van het Centraal Station, is naar verwachting in 2022 klaar. De 2.700 nieuwe woningen en bedrijven krijgen allemaal een aansluiting op het warmtenet. Daarnaast legde Westpoort Warmte vorig jaar een leiding aan naar Amsterdam Noord en het Zeeburgereiland.

Slim timen
Met de uitbreidingen zijn investeringen van tientallen miljoenen gemoeid. Nuon wordt daarbij ondersteund vanuit de Energie-investeringsaftrek (EIA). “Die regeling helpt ons vooral om slim te timen”, zegt Buijck. “Het is zaak om op het juiste moment de investeringen te doen. Voor een nieuwe wijk is het cruciaal dat een warmteleiding op het juiste moment klaar is en aansluit op het bouwproces. Vaak is het bovendien handig de aanleg van een leiding te combineren met andere bouwwerkzaamheden, zodat de grond maar een keer opengebroken hoeft te worden. De EIA draagt onder meer bij aan meer flexibiliteit in financiële speelruimte om zaken net wat sneller op te kunnen pakken, zodat we kunnen inspringen op dat soort kansen.”
“We kennen elkaar goed en hebben korte lijntjes, waardoor het contact heel constructief verloopt”
Korte lijnen
Bedrijven hebben na een investeringsverplichting drie maanden de tijd om een EIA-aanvraag in te dienen bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl). “Dat vraagt om een gestroomlijnd proces”, vertelt Els van Riel-Stek, corporate subsidiemanager bij Nuon. “Het werkt daarbij heel prettig dat we een vast aanspreekpunt hebben bij RVO.nl. Tegelijk ben ik de vaste coördinator bij Nuon. We kennen elkaar goed en hebben korte lijnen, waardoor het contact heel constructief verloopt. Dat is zeker niet vanzelfsprekend bij organisaties die zo groot zijn.”

Goede weg
Tot 2017 was alleen het primaire warmtenet opgenomen in de Energielijst. Dit zijn de grote transportleidingen waarmee warmte onder hoge temperatuur en druk naar verschillende delen van de stad wordt getransporteerd. Vanaf 2017 komen ook investeringen in het secundaire warmtenet, waarmee de warmte bij lagere druk en temperatuur binnen wijken naar de huizen wordt gedistribueerd, in aanmerking voor de EIA. Van Riel-Stek: “Voor Nuon is dit een bevestiging dat we op de goede weg zijn. Mede dankzij deze regeling kunnen we blijven groeien.”