Verduurzaming monumentaal kantoor geen vanzelfsprekendheid
Het statige herenhuis aan de Herengracht 578 – 580 in Amsterdam, gebouwd in 1686, heeft voor de ING Bank historische waarde. “De ING is onder meer uit de Nederlandse Middenstandsbank ontstaan en het pand was ooit het hoofdkantoor van de NMB”, licht Ronald Lazet, Senior Project & Changemanager van ING toe. “Toen de wens op tafel kwam om de huisvesting meer aan de eisen van deze tijd aan te passen is daarom geen moment overwogen om te verhuizen.”

“We hadden nooit durven dromen dat ook een A-label haalbaar was”
Lazet vervolgt: “We hebben altijd gezegd: hier willen we blijven, we gaan niet weg, maar passen het pand aan.” Resultaat is een comfortabel en eigentijds pand voor de medewerkers en een energielabelsprong van G naar A. Via de regeling Energie-investeringsaftrek (EIA) is de verduurzaming van het oude grachtenpand ondersteund. Hoewel de ING duidelijke ambities heeft vastgesteld als het gaat om de duurzaamheid van de huisvesting van haar eigen panden, was de bereikte labelsprong geen vanzelfsprekendheid, maakt Lazet duidelijk: “ING wil dat in 2023 alle eigendomspanden voor zover mogelijk het label A hebben. Daar willen we naartoe. Maar dit is een rijksmonument en in principe zijn dergelijke panden vrij van labelverplichtingen. Toch hadden we iets van: “Laten we kijken of dit pand ook gewoon een labelsprong kan maken.”

Nooit durven dromen van een labelsprong naar A
Als eerste stap in de zoektocht naar mogelijkheden voor verduurzaming heeft ING een ‘EPA U’-rapport laten maken, vertelt Lazet. “Daarin is gekeken wat we zouden kunnen doen om het G-label naar een hoger niveau te brengen. ‘Er is vast wel iets mogelijk’, dachten we zelf. Op het gebied van verlichting bijvoorbeeld. En aan de installaties kon ook wel wat gebeuren; de ketel was een jaar of twintig oud. Bovendien was de isolatie niet optimaal, doordat overal enkel glas was toegepast. Er moest dus wel wat mogelijk zijn. Maar toen we het rapport kregen, zagen we dat ook een A-label tot de mogelijkheden behoorde. Dat hadden we nooit durven dromen. Toen hebben we gezegd: laten we daarop inzetten.”

“We gebruiken de EIA-regeling als een soort kwaliteitscriterium. Als je die meeneemt ben je ervan verzekerd dat je de goede maatregelen neemt”
Monumentenzorg en welstand
Een belangrijk onderdeel van het pakket aan maatregelen dat tot de enorme labelsprong moest leiden, was het vervangen van het enkel glas door dubbel geïsoleerd glas. Lazet: “Daarbij liepen we overigens wel direct tegen een obstakel aan: vanwege het historische karakter van het pand was daarvoor een vergunning nodig. De authentieke uitstraling van het pand moest intact blijven. Dat betekende ook dat alle ruitjes – zo’n duizend in totaal – er een voor een uit moesten. Handmatig. En de roedes – die het raam in vakken onderverdelen – moesten allemaal worden bijgeslepen. Het is een flinke uitdaging geweest om monumentenzorg en ‘welstand’ mee te krijgen. Niet alleen overigens om het glas te kunnen vervangen, maar ook om een gasabsorptie-warmtepomp op het dak te mogen plaatsen.”
EIA-regeling als kwaliteitscriterium
Behalve het vervangen van enkel door dubbel geïsoleerd glas en het vervangen van de cv-ketel door een moderner type in combinatie met een gasabsorptie-warmtepomp, is de oude verlichting grotendeels vervangen door ledverlichting en zijn de daken geïsoleerd. De investeringen die met het pakket aan maatregelen gemoeid zijn, kunnen rekenen op ondersteuning via de EIA-regeling. “Het grappige is”, zegt Lazet, “dat wanneer wij installaties vervangen, we eisen dat deze voldoen aan de EIA-regeling. Dat doen we niet zozeer om daar een fiscaal voordeel uit te halen – dat is overigens natuurlijk wel zeer welkom – maar omdat we daarmee dan altijd de meest state-of-the-art installaties toepassen in onze panden. We gebruiken de EIA-regeling dus eigenlijk als een soort kwaliteitscriterium.”