In december 2015 zetten liefst 195 landen hun handtekening onder de klimaatafspraken van Parijs. Nederland staat voor een flinke uitdaging om de gestelde doelen te halen. Maar de bal ligt zeker niet alleen bij de Nederlandse overheid. Het is evenzeer aan burgers, ondernemers en kennisinstellingen om met energiebesparende maatregelen en verduurzaming aan de slag te gaan. Het behalen van de afspraken is dan ook een gedeelde verantwoordelijkheid, waarbij de overheid vooral een sturende en stimulerende rol heeft.
De Energie-investeringsaftrek (EIA) is één van de instrumenten die de overheid daarvoor ter beschikking heeft. In 2016 hebben ondernemingen hiervan weer ruimschoots – meer dan 17.000 keer – gebruikgemaakt. Het doel: het via fiscale voordelen voor ondernemers en instellingen extra aantrekkelijk maken om te investeren in – vooral – energiebesparende maatregelen.
De EIA geeft ondernemers een duwtje in de rug om hen te stimuleren een stap extra te zetten op het gebied van energiebesparing. Hoewel we steeds meer goede voorbeelden zien, óók in het bedrijfsleven, gaat Nederland zonder overheidsstimulering de gemaakte afspraken en klimaatdoelen niet halen. We moeten alles uit de kast trekken om daarin wél te slagen.
Tegelijk is het nodig dat de overheid een pittige regierol neemt om te komen tot verdere samenwerking tussen overheid, kennisinstellingen en het bedrijfsleven.
Het bedrijfsleven is daarbij een belangrijk deel van de oplossing. Ontwikkeling en toepassing van de jongste technieken, praktijkexperimenten en innovaties zijn het domein van het bedrijfsleven. Dáár gebeurt het! In dit jaarverslag laten we dat zien aan de hand van diverse inspirerende praktijkvoorbeelden. Ondernemers die bewust ervoor kiezen koploper te zijn, die een voorbeeld voor anderen willen zijn en die vanuit intrinsieke motivatie besluiten flink te investeren in energiebesparing en verduurzaming. Zij profiteren van de stimuleringsmaatregelen, maar misschien nog wel meer van hun koploperspositie. Bijvoorbeeld doordat zij zo opvallen en op die manier makkelijker hooggekwalificeerd personeel vinden of vanwege de innovatiekansen die deze positie oplevert. Voor de overheid ligt er een mooie taak deze koplopers in de schijnwerpers te zetten, ter stimulering van anderen.
Naast stimuleren en onder de aandacht brengen van goede voorbeelden moet de overheid vooral ook betrouwbaar en actueel zijn. Ondernemers houden niet van onzekerheid en hebben een lange termijn visie nodig voor investeringen. Het zijn uitdagingen die een volgend kabinet mag oppakken. Want ook als overheid blijft het in de komende jaren de uitdaging een koers te varen die optimaal balanceert tussen stimuleren en volgen, tussen sturen en laten gebeuren, tussen regelen en vrijlaten. Alleen zo bereiken we met elkaar de doelen die we onszelf in Parijs gesteld hebben.
Peter Alderliesten, directeur TKI Energie en Industrie