Empyro: mondiale pyrolyse primeur
In Hengelo verrijst ’s werelds eerste commerciële pyrolysefabriek met olie voor de procesindustrie. Met ingang van 2015 wordt hier duurzame olie, elektriciteit en stoom geproduceerd. De Energie Investeringsaftrek (EIA) vormde één van de puzzelstukjes om dit project van de grond te krijgen.

Pyrolyse is een techniek waarbij (rest)hout wordt omgezet in olie. Dit zuurstofloze proces van druk en verhitting neemt in de natuur miljoenen jaren in beslag. Na enkele decennia van research speelt Empyro het klaar in twee seconden. Het bedrijf is daarom gereed om deze duurzame energie op de markt te zetten. Algemeen directeur Gerhard Muggen legt uit waar de marktvraag vandaan komt. “Bedrijven uit de procesindustrie gebruiken stoom. Dat kun je niet duurzaam opwekken met zon of wind. Wel met biomassa. Maar die moet dan wel zo opgeslagen kunnen worden, dat er geen bacteriën of schimmels bij het proces kunnen komen. Met pyrolyse-olie is dat mogelijk.”

De stoomketel van Campina draait voortaan deels op pyrolyse-olie.
Mondiale interesse
Empyro brengt biomassa dus naar de procesindustrie. De eerste grote klant is binnen; Friesland Campina in Borculo. De stoomketel van deze zuivelfabriek draait voortaan gedeeltelijk op pyrolyse-olie. Dit vervangt een hoeveelheid aardgas, die gelijk staat aan het jaarlijks verbruik van 8.000 huishoudens. “Bedrijven kunnen hun ecologische voetafdruk dus aanzienlijk verminderen met pyrolyse-olie”, aldus Muggen. “Er is dan ook vanuit de hele wereld interesse voor ons product. Wij zien de toekomst zonnig tegemoet.”
Duurzaam beloond
Net als alle innovaties brengt de pyrolysefabriek van Empyro een zeker risico met zich mee. Bijdragen vanuit de Europese Unie, de provincie Overijssel en de Topsector Energie dekken dat voor een belangrijk deel af. Ook de fiscale aftrek van EIA doet een duit in dat zakje. “Het vormt een onderdeel van de puzzel”, weet Muggen, “en een regeling die geld opbrengt. Er zit wel enig administratief werk aan, maar dat heb je ook als je naar de bank gaat. Ik vind het goed dat de overheid met dit soort regelingen duurzaam innoveren beloont.”